Beeld Ludgerus bij aanbiddingskapel geplaatst
De gemeente Utrecht heeft vandaag een beeld van de heilig Ludgerus bij de naar hem genoemde aanbiddingskapel van Klooster Cenakel laten plaatsen. Het stond naast de nabijgelegen Sint-Jacobuskerk die op 8 oktober de deuren sloot. In overleg met de geloofsgemeenschap die gebruik maakte van de kerk, is besloten het stenen beeld te verhuizen naar de nieuwe plek bij het klooster. De foto’s hieronder bieden een impressie van de operatie (klikken voor vergroting). Belangstellenden kunnen op een fraai informatiebord het verhaal van Ludgerus lezen: “Ludgerus 742-809 (Liudger/Ludger/Ludgerus). In 742 werd, op het landgoed Suecsnon van zijn grootvader, de Friese edelman Wursing, Liudger geboren. In 719 was het Friese ten noorden van de Rijn en de stad Utrecht door de Franken veroverd. De Friese naam Liudger betekent ‘Speer van het volk’. Op 12 jarige leeftijd ontmoette hij Bonafacius, die kort daarna in 754 in Dokkum werd vermoord. Liudger ging in 753 studeren aan de koorschool van de Salvatorkerk die stond op het huidige Domplein in Utrecht. Later ging hij studeren in York, in Engeland, waar hij in 767 tot diaken werd gewijd. Zijn leermeester daar was Alcuin, de latere leermeester van keizer Karel de Grote. Liudger herbouwde de Lebuïnuskerk in Deventer, die eerder door de Saksen was verwoest. In 777 werd hij in Keulen tot priester gewijd, waarna zijn missioneringswerk begon in Deventer en Dokkum. Vanwege de opstand van de Saksen en Friezen in 785, ging hij op pelgrimstocht naar Rome en Monte Cassino. In 791 weigerde hij in te gaan op hert verzoek van Karel de Grote, om bisschop te worden van Trier. In 799 stichtte Liudger een abdij in Werden bij Essen. Uiteindelijk stemde hij toe om bisschop te worden van Mimegemaford, waar hij een klooster had gesticht. Naar het klooster, ‘Monasterium’ in het Latijn, werd de plaats later Münster genoemd. In 805 werd hij tot 1e bisschop van Münster gewijd. Hij stierf in 809 in Billerbeck bij Münster en werd begraven in zijn abdij te Werden. In 900 waren er veel landerijen langs de Vecht, waaronder Suecsnon, nog eigendom van de abdij in Werden. Deze landerijen werden in ca. 1050 overgedragen aan de kerk van Utrecht. Liudger is de eerste van wie bekend is dat hij werd geboren in Zuilen. Hij was dus de eerste Zuilenees. De ontwikkeling van de plaatsnaam Suecsnon is als volgt: Suecsnon, Suecen, Zwesen, Suylen-en-Sueceringhe, Zuilen-en-Zweezereng, Zuilen. Zuilen werd in 1954 verdeeld tussen Utrecht en Maarssen. Het grootste deel van de Zweezereng is de huidige wijk Zuilen. Maarssen noemde het oude dorp voortaan Oud-Zuilen.”